Categorie archieven: Inhoud

21. Welkom

Onze ‘babykamer’ toonde Gods zorg en liefde

In februari 2001 kwam tijdens een koude winternacht Jeanine ter wereld op het toilet. Haar moeder, Christel, was single en wist niet dat ze zwanger was. Christels mobiele telefoon had thuis geen bereik. Gelukkig had ze veel ervaring met paarden. Met hand- en theedoeken verzorgde zij zichzelf en de baby zo goed en zo kwaad als mogelijk. De volgende morgen reed zij met Jeanine in een sporttas naar oma, die volslagen onverwacht haar eerste kleindochter te zien kreeg.

Hoewel het met Jeanine allemaal goed is gekomen, wenst niemand dat zijn kinderen onder zulke omstandigheden ter wereld komen. Tegen het einde van Ria’s zwangerschappen waren we altijd druk in de weer met het klaarmaken van alles wat de komende baby nodig had. Bij mijn kinderen zie ik dat zij het ook weer zo doen. Met het in orde maken van de babykamer geef je alvast uiting aan je genegenheid voor je toekomstige kind.

Als ik het scheppingsverhaal lees, herken ik iets dergelijks bij God. Ter voorbereiding van de komst van de mens ging het niet over luiers, emmers, handdoeken en een snoezig kinderbehangetje. Het begon met fundamentele zaken als licht, lucht, land en water. Geen kruiken, maar de juiste afstand tot de zon, die zorgt voor een perfecte klimaatbeheersing.

Geen pakken oplosmelk of smakeloos astronautenvoedsel. God gunde de mens een oneindige variëteit aan vruchten, noten en granen met een breed scala aan smaken en aroma’s.1 Frisse appels, sappige perziken, zoete aardbeien, knapperige noten, malse mango’s, vele soorten granen en nog veel meer lekkers zouden de mens tot voeding dienen.

Hij legde geen kunststof knuffels klaar, maar schiep levende dieren om te aaien, mee te stoeien en naar te kijken. God schiep ze niet om ze op te eten of uit te buiten, maar om er op veel leukere manieren van te genieten. Bijvoorbeeld doordat ze je verbazen, als je ontdekt hoe wonderlijk ze zijn geschapen. De ultralichte vogelskeletten met hun kien gekozen spieraanknopingspunten, de geurzin van de hondenneus, de ingebouwde wereldkaarten van trekvogels en postduiven, de sonartechniek van de vleermuis, de symmetrie van spinnenwebben en de architectuur van beverdammen.

Wat te denken van het behang? De aarde had er uit kunnen zien als de TV’s van de jaren ‘50 en ‘60: zwart-wit met mogelijkheden voor grijs. God wist iets beters. Geen babykamer kan op tegen de bonte aankleding van de wereld, waarvan het plafond voortdurend een andere tint krijgt. Bomen, planten, vogels, dieren en vissen lijken met elkaar in gevecht om onze ogen te mogen strelen. Ik verpruts mijn verschijning nogal eens door de verkeerde sokken of das bij mijn pak te kiezen, maar in de natuur vloeken de kleuren nooit.

God heeft leven geschapen dat meer is dan scheikunde en moleculen, meer dan een functionele voortplantingsmachine. Hij richtte de wereld niet in als een grauwe dag, maar als een feest. Juist mensen zijn in staat de virtuositeit van de schepping te waarderen, weg te dromen bij het zien van zoveel schoonheid, te genieten van een frisse duik in het water en van een windvlaag door hun haren. God zegt daarmee ook nu nog: mens, ik houd van je, je bent welkom.

 

1. Genesis 1:29