Categorie archieven: Inhoud

24. Liefland

In Eden vond Adam de ideale omgeving én de vrouw voor intimiteit

‘God, de HEER, legde in het oosten, in Eden, een tuin aan en daarin plaatste hij de mens die hij had gemaakt’, staat in het tweede hoofdstuk van Genesis.1 In de Naardense Bijbel geeft Pieter Oussoren2 gelijk de betekenis van de naam Eden erbij: ‘Liefland’. Logisch. Een voor liefde geschapen mens, die voortkomt uit de hand van een God die liefde is en die op hem lijkt, hoort thuis in Liefland.

‘God, de HEER, dacht: Het is niet goed dat de mens alleen is, ik zal een helper voor hem maken die bij hem past.’3 Eerst bracht hij allerlei dieren, die evenals hij ook van ‘adamah’, aarde, vervaardigd waren, bij Adam. Hij mocht hen allemaal namen geven.

Toch viel het nog tegen, want hij vond geen helper die bij hem paste. Zo werd Adams verlangen naar een medemens aangewakkerd. Als hij naar Gods beeld was geschapen, die ten diepste bestaat uit intimiteit tussen gelijken, dan had Adam geen dieren nodig, maar iemand van dezelfde orde als hijzelf. Iemand om zijn volledige leven mee te delen. Hij was nu nog even de enige in zijn soort, maar dat ging veranderen.

Adam onderging de eerste narcose ooit. God nam een rib weg en bouwde daaruit de vrouw die Adam kon liefhebben. Hij bouwde haar niet uit Adams hoofd of uit zijn voet, maar uit zijn zij. Ze stond niet boven of onder, maar naast hem. Liefde werkt optimaal in een relatie tussen gelijken.

Adam werd wakker uit zijn slaap, herkende onmiddellijk wat er gebeurd was en riep:

Eindelijk een gelijk aan mij,
mijn eigen gebeente,
mijn eigen vlees,
een die zal heten: vrouw,
een uit een man gebouwd.

‘Beiden waren ze naakt, de mens en zijn vrouw, maar ze schaamden zich niet voor elkaar’, zo beschrijft de Bijbel de eerste momenten van Adam en zijn vrouw.

In mijn pastorale werk heb ik een keer een Indische dame gekend, die altijd haar jas aanhield. Zelfs als het buiten snikheet was, of als we in een goed verwarmde kamer zaten, hield zij altijd haar jas dichtgeknoopt. Na verloop van tijd vertrouwde ze me toe dat de oorzaak voor haar gedrag terug te voeren was naar vreselijke dingen die haar waren overkomen in een Japans concentratiekamp. Door zich te verbergen in haar jas hoopte zij dat niemand aan haar zou kunnen zien wat zij had doorgemaakt. Haar overmatige aankleding was bedoeld om haar geschiedenis te verhullen.

Schaamte heeft te maken met vervreemding en overtreding. Kinderen leren pas schaamte kennen als ze besef krijgen van goed en kwaad. In Liefland heerste de hoogste vorm van intimiteit. Adam en Eva hoefden niets te bedekken. Ze hadden geen maskers nodig. Zij waren open boeken voor elkaar.

 

1. Genesis 2:8

2. De Naardense Bijbel is een ‘concordante’ vertaling van de Bijbel. Dat betekent dat de vertaler probeert om zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tekst te blijven. Dat leidt meestal tot een wat wonderlijke zinsbouw.

3. Dit verhaal staat  in Genesis 2:18-25. De citaten zijn uit de verzen 18, 23 en 25.