Categorie archieven: Inhoud

29. Zege verzekerd

Er zou een bevrijder komen

‘Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel’, zo vervloekte God de mensen en de slang.1

De vrouw en de slang zouden met elkaar in de clinch blijven liggen. Het laatste boek van de Bijbel, Openbaring, is symbolisch geschreven. Daarin kom je dezelfde ideeën en personen opnieuw tegen: (1) de slang, (2) de vijandschap, (3) de vrouw en (4) de rest van haar nageslacht. Ook wordt er (5) een bijzondere nazaat aangekondigd.2 Als je in je achterhoofd houdt wat Openbaring zoal vertelt, kom je tot de volgende conclusies:

1. De slang is de duivel, Satan, die de hele wereld verleidt. Hij is de aanklager.

2. De vijandschap blijkt veel verder te gaan dan de strijd tussen de mens en de slang. Er heerst een groot conflict tussen God en Satan. Van Satan zijn we krijgsgevangenen geworden. Hij is nu de ‘heerser van deze wereld’.3

3. De vrouw staat allereerst symbool voor de mensheid, maar in het bijzonder voor Gods volk. Dit zijn degenen die besloten hebben niet onder de terreur van Satan te willen leven. Zij vormen Gods verzetsbeweging onder Satans schrikbewind. Het volk Israël was bedoeld als belichaming daarvan. Telkens wanneer dit volk Gods bedoelingen naleefde, werd het door de profeten als een trouwe bruid omschreven, maar dwaalde het af, dan noemden ze het een hoer.

4. Van de rest van haar nageslacht wordt gezegd dat zij ‘zich aan Gods geboden houden en bij het getuigenis van Jezus blijven.’4 Dit zijn dus de volgelingen van Jezus, die heeft getuigd dat Gods geboden zijn bedoeld om de liefde te laten heersen.5 Juist op hen richt Satan zijn gram, omdat zij laten zien hoe goed het is als je leeft vanuit Gods principes.

5. Onder het nageslacht van de vrouw is er een bijzondere nazaat, haar kind. Dit is Jezus, voortgekomen uit Gods volk, Israël. Hij zal er niet ongeschonden vanaf komen (hij wordt in zijn hiel gebeten), maar Satan en zijn standpunten zullen gegarandeerd het onderspit delven (zijn kop wordt verbrijzeld). We zullen nog uitgebreid ingaan op de manier waarop God zich heeft ‘ontdaan van de machten en krachten, hij heeft hen openlijk te schande gemaakt en in Christus over hen getriomfeerd’.6

Adam en Eva stonden er ongetwijfeld nogal beteuterd bij toen God zich tot Satan richtte. Maar toen ze hoorden wat God te vertellen had, moet er bij hen hoop zijn gaan gloren. Door de hele oude geschiedenis heen heeft die hoop stand gehouden. Er zou een keer een nazaat verschijnen ‘om de daden van de duivel teniet te doen’.7 Keer op keer hebben de profeten van Israël op die komende bevrijder gewezen. Ik kan alvast verklappen dat hij ondertussen is gekomen en zijn missie heeft volbracht.

 

1. Genesis 3:15

2. Openbaring 12:1-17; 20:1-10

3. Johannes 12:31; 14:30; Efeziërs 2:2

4. Openbaring 12:17

5. Matteüs 22:34-40

6. Kolossenzen 2:15

7. 1 Johannes 3:8