Categorie archieven: Inhoud

57. Passeren

Met Pasen is het goed te vieren dat je wordt gepasseerd

De eigenaar van een lelijk eendje krijgt pech langs de Duitse Autobahn en wordt door een vriendelijke Ferraririjder op sleeptouw genomen. Als ze te hard gaan, zal de chauffeur van de eend toeteren. Even later passeert een jakkerende Porsche hen. De bestuurder van de Ferrari vergeet volledig zijn aangehaakte eend en schiet er achteraan. Het gevolg is prachtig: een Porsche op topsnelheid met daarachter een Ferrari die met lichtsignalen aangeeft te willen passeren en daarachter een toeterende eend.

Achter het stuur hebben sommige mannen er grote problemen mee wanneer ze gepasseerd worden. Verder willen vrijwel alle mensen in het sociale verkeer niet gepasseerd worden, maar erbij horen – behalve natuurlijk bij de verliezers. In dit hoofdstuk blijkt echter dat het soms ook goed is dat je gepasseerd wordt.

Nadat hij zijn opdracht gekregen had, ging Mozes als eerste onderhandelingen aan met de farao (koning) van Egypte, om de Israëlieten naar de woestijn te laten gaan, zodat zij hun God konden aanbidden. Prompt verergerde Mozes daarmee hun ellende, want de farao liet hen nog zwaarder onderdrukken.

Wat volgde was een serie boeiende confrontaties. Als reactie op de onderdrukking van zijn volk stuurde God tien plagen, die steeds zwaarder werden. De eerste drie plagen troffen iedereen, maar de laatste zeven vielen alleen op de Egyptenaren.1 Tot de negende plaag gaf de farao steeds meer aan Mozes toe, maar telkens trok hij zijn toestemming weer in.

De tiende plaag bestond uit het overlijden van alle ‘eerstgeborenen’ in Egypte.2 Om hun eigen eerstgeboren zonen niet te verliezen door deze plaag, moest ieder Israëlisch gezin ‘s avonds voordat de plaag zou komen een bokje slachten. Het bloed van het bokje smeerden ze op de deurposten, waardoor de ‘doodsengel’ wist dat hij dit huis kon passeren. Het lam stierf dus letterlijk om het leven van de oudste kinderen te redden. Heel wat oudste kinderen zullen goed hebben opgelet of het bloed wel goed was uitgestreken. Op de deurposten van farao’s paleis zat geen bloed. Dat werd niet gepasseerd. Toen zijn eigen oudste zoon stierf, liet de farao de Israëlieten eindelijk vertrekken.

Het jaarlijkse Joodse feest met de naam Pesach is op deze gebeurtenis gebaseerd. Pesach komt van ‘pasach’, dat voorbijgaan of passeren betekent. Het viert de bevrijding van het slavenjuk waaronder Israël gebukt ging. Naar aanleiding hiervan is later het christelijke paasfeest ontstaan.
Het is treffend dat meer dan duizend jaar later Jezus zou overlijden tijdens het feest van Pesach, exact op het tijdstip waarop in de tempel het pesachlam werd geslacht. Zijn volgelingen zeiden later: ‘Ons pesachlam, Christus, is geslacht.’3

Het sterven van Jezus is een enorm betekenisvol gebeuren. Het wordt in de Bijbel vanuit veel verschillende hoeken belicht, waardoor telkens weer andere aspecten van Gods liefde worden uitgelegd. Vanuit de invalshoek van Pesach mag je twee gevolgen van zijn sterven ter harte nemen: 1) Het vloeien van zijn bloed biedt de mogelijkheid dat de dood je voorbijgaat. 2) Het gevolg is bevrijding. De tirannie van ´het ik, ik en ik´ hoeft niet langer te heersen. Jezus biedt een uitweg naar een vrij leven. Een leven waarvoor je eigenlijk geschapen bent.

1. In hoofdstuk 15 en 16 van het boek Openbaring wordt gesproken over de zeven laatste plagen die te maken hebben met het einde van de wereld.
2. Exodus 11:4-8.
3. 1 Korintiërs 5:7