Categorie archieven: Inhoud

68. Dekselse eenheid

De verzoeningsplaat boven de Tien Woorden vertelde over Gods verlangen naar verbondenheid met ieder mens

Na het afkondigen van de Tien Woorden en een aantal toepassingen met betrekking tot de zwakken, liet God de tabernakel bouwen, een tempel van kleden. Mozes kreeg precies te zien hoe die moest worden.1 Het eerste en belangrijkste tempelstuk was de verbondskist  –  ook wel de ‘ark’ genoemd. Het was een vergulde kist van 1,3 meter lang en 0,8 meter hoog en breed. Daarin lagen de twee stenen platen met de door God geëtste Tien Woorden.

Het massief gouden deksel was een meesterwerk. ‘Maak aan de beide uiteinden daarvan een cherub, eveneens van goud, één aan het ene uiteinde en één aan het andere uiteinde. Het moet drijfwerk zijn, de twee cherubs moeten één geheel met de plaat vormen.’2 Dat betekende dat het deksel met de cherubs (engelfiguren) geen naden kende. Het geheel was uit één klomp goud gemaakt.

Het volledig één zijn van dit deksel verbeeldt het wezen van God: eenheid.3 Hij veroorzaakt van zijn kant nooit barsten of scheuren in relaties. Wanneer iemand met hem breekt, zet God zich volledig in om de eenheid weer te herstellen. Dit is een passende plaat boven de Tien Woorden, die uitleggen hoe ook mensen in verbondenheid met hem en elkaar kunnen leven. Zó moet het.

Maar de werkelijkheid was anders. Hoewel de Tien Woorden vertelden hoe het volk in harmonie hoorde te leven, maakten ze ook pijnlijk duidelijk hoe hen dat niet lukte. En het was dubbel zo pijnlijk dat God uitgerekend de ark tot zijn troon maakte.4 Hij zetelde boven de Tien Woorden, die de basis van zijn rechtspleging vormden. Het gevolg? Voortdurend moest zijn vonnis uitkomen op veroordeling en afwijzing. Zo kregen de Tien Woorden een averechtse werking. ‘Het gebod, dat tot leven had moeten leiden, bleek juist tot mijn dood te leiden,’ zei Paulus later.5 Was deze weg niet gedoemd dood te lopen?

De oplossing zat in dat bijzondere deksel. ‘Deksel’ is de letterlijke vertaling, maar meestal worden in bijbelvertalingen woorden als verzoeningsplaat, verzoendeksel, Gnadenstuhl en mercy seat (genadetroon) gebruikt. In de bijbelse talen betekent ‘deksel’ namelijk ook vergeving en verzoening.6

Ik moet denken aan de hermetisch afgesloten containers voor radioactieve medicijnen. Het zijn heilzame geneesmiddelen, maar open en bloot leveren ze gevaar op. Zo liet God zijn verenigende inzet zien. Hij legde een naadloos deksel van vergeving en verzoening over de heilzame Tien Woorden en ging er nog op zitten ook. Zo smoorde hij zelf hun terechte beschuldigingen.

De ark met het deksel-uit-één-stuk was het hart van de tempel. Hier vond jaarlijks de heiligste rite van de Grote Verzoendag plaats, de ‘dekseldag’. Deze dag vertelde dat Gods bedekking van menselijk falen niet ‘zomaar’ gebeurde. Er hing een hoge prijs aan zijn wens tot hereniging. Die kosten heeft hij voor lief genomen.

Heinrich Heine (1787-1856), een Joodse spotdichter, kende de tempelrituelen, die Gods verlangen naar relatieherstel met de mens uitbeeldden. Op latere leeftijd werd hij een volgeling van Jezus en sloeg op zijn sterfbed de spijker op zijn kop: ‘God zal me vergeven, daar is hij goed in.’

1. Exodus 25:9,40. Volgens de schrijver van de brief aan de Hebreeën was dit een miniatuur van de werkelijkheid in de hemel, waar Gods werkelijke woonplaats is: Hebreeën 8:2; 9:11,12, 23, 24.
2. Exodus 25:18,19
3. Deuteronomium 6:4, NBG-vertaling
4. Exodus 25:22
5. Romeinen 7:10
6. In 1 Johannes 2:2 en 4:10 is het woordje ‘verzoening’ verwant aan dit deksel—en slaat op Jezus!