Categorie archieven: Deel 9. Verbannen liefde

119. Messias

Gabriël voorzegde wanneer de messias gezalfd zou worden, waardoor Jezus als enige kandidaat overblijft

In 1918 moordden de Bolsjewieken de Russische tsarenfamilie uit. Slechts één prinsesje zou de slachtpartij overleefd hebben en  –  zo gaat de legende  –  zijn grootgebracht als boerenkind. In een wereld zonder DNA-techniek viel het echter voor welk meisje dan ook onmogelijk te bewijzen, dat zij werkelijk deze Anastasia zou zijn.

We hebben ondertussen van de bijbelschrijvers al veel vernomen over Gods komende gezalfde, messias, prins, profeet, Mensenzoon of vorst. Maar toen Jezus op een gegeven moment beweerde de vervulling van al deze aankondigingen te zijn, hoe viel zijn claim dan te verifiëren?

Jezus’ afkomst, verkondiging, passie, kruisiging, sterven en opstanding waren uitgebreid voorspeld. Daardoor vielen de meeste charlatans al door de mand. Gabriëls verdere uitleg aan Daniël bracht het aantal mogelijke kandidaten terug tot zegge en schrijve één persoon: Jezus van Nazaret.

Weet dan, en versta: van den uitgang des woords, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, den Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; … de straten, en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden.1

Vanaf 457 voor Christus, toen Artaxerxes zijn edict uitvaardigde, duurde het 7 plus 62 weken tot de messias zou komen, ofwel 69 weken, ofwel 483 jaar. In die periode werd Jeruzalem herbouwd, maar er heersten voortdurend ‘benauwde tijden’. De Makkabeese oorlogen herinneren daaraan. Tellen we vanaf dit edict 483 jaar verder, dan komen we uit bij het jaar 27 na Christus.2 Dat lijkt op het eerste gezicht een raar jaartal. In dat jaar werd Jezus toch niet geboren?

Jezus werd inderdaad niet geboren in het jaar 27 en ook niet in het jaar 0 of 1. Vreemd genoeg werd hij geboren in 4 voor Christus, misschien zelfs nog eerder. Toen in de zesde eeuw monniken probeerden het jaar van Jezus’ geboorte uit te rekenen, om daarop onze jaartelling te kunnen baseren, is daarin een fout van minstens drie jaar geslopen.3 Gabriëls informatie over het moment van de messias sloeg dan ook niet op zijn geboorte, maar op wat stond te gebeuren als hij ongeveer dertig jaar oud zou zijn, zoals de schrijver Lucas stelt.4

Op die leeftijd liet Jezus zich dopen door Johannes de Doper. Deze was zijn prediking begonnen in het vijftiende jaar van de Romeinse keizer Tiberius, dat liep vanaf het najaar van 27. Op het moment dat Jezus zich liet dopen, ging de hemel open en daalde de heilige Geest in de vorm van een duif op hem neer. Tegelijk klonk uit de hemel een stem: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ De bijbelschrijvers stellen dat de zalving van Jezus niet met olie is gebeurd, maar met de heilige Geest.5 Pas bij zijn doop werd Jezus ‘de gezalfde’ of ‘de messias’ (Hebreeuws) of ‘de christus’ (Grieks).

Van allen die ooit hebben beweerd Gods gezalfde te zijn, werd alleen Jezus van Nazaret in het jaar 27 daadwerkelijk gezalfd. Hij verkondigde: ‘De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.’6 Gabriëls voorspellingen zouden nog boeiender worden, door dieper in te gaan op wat er verder in die laatste, zeventigste, week zou gebeuren.

1. Daniël 9:25, Statenvertaling
2. Het jaar 0 heeft nooit bestaan, dus kom je niet uit op 26, maar 27 na Chr. In de gratis bijbelcursus ‘Het verzegelde boek geopend’ op www.esda-instituut.nl vind je een gedetailleerde bespreking van Daniëls boek.
3. Zie noot 2. Drie jaar verschil leidt daardoor tot 4 voor Christus
4. Lucas 3:23
5. Lucas 3:1, 22; Handelingen 10:38
6. Marcus 1:15