Categorie archieven: Deel 9. Verbannen liefde

122. Vol vertrouwen

Daniëls verifieerbare aanzeggingen geven reden te rekenen op wat (nog) niet verifieerbaar is

Als bepaalde handelingen en voorvallen telkens een bijpassend resultaat opleveren, ga je daarop rekenen. Ik verwacht na een bliksemflits een donderslag, en dat iets omlaag valt en niet omhoog.

De toekomstlijn die God in het bijbelboek Daniël schilderde, resulteerde telkens in de vervulling ervan. Eerst kondigde hij de opeenvolgende wereldrijken van Babylon tot Rome aan, waarna er geen stabiel wereldrijk meer zou komen. Daarna gaf hij verrassende details over de zalving en de dood van de messias.

De geschiedenis heeft zich perfect gehouden aan deze toekomstbakens. Ik verwacht daarom dat ik óók kan rekenen op wat ik van het boek Daniël niet kan verifiëren, omdat het bijvoorbeeld voor mij niet waarneembaar of nog toekomst is.
Neem het universele tribunaal, het ‘rechtvaardigen van het heiligdom’, dat na ‘2.300 avonden en morgens’ zou beginnen.1 Hiervan zijn die 490 jaar voor Daniëls volk afgesneden. Deze eindigden in het jaar 34. Er zijn dan nog 1.810 jaren nodig om 2.300 jaar vol te maken. Dat brengt ons in 1844.

Deze rechtszaak speelt zich niet af op aarde, maar in de hemel. Voor de engelen en andere hemelingen gaan alle dossiers open, voordat de Mensenzoon zijn rijk met macht zal komen vestigen. Ik kan niet in de hemel kijken om te zien of dit ook echt gebeurt. Maar ik mag er gelukkig wel op rekenen dat het plaatsvindt. Het handelt namelijk twee kwesties af:

1. Heeft de Mensenzoon het recht een nieuwe wereld te scheppen met mislukte mensen zoals ik? Antwoord: Het ‘onrecht’ dat hij mensen daarin verwelkomt zoals ik, die dat niet verdienen, heeft hij meer dan vereffend door het nog veel grotere onrecht van zijn eigen vernedering en dood.

2. Passen mislukte mensen zoals ik wel in die nieuwe liefdeswereld? Antwoord: Nee. Van nature zou ik er gelijk weer een puinhoop van maken. Maar zoals Ezechiël al zong, God heeft een make-over, een nieuw hart, in de aanbieding. Jezus noemde dat ´opnieuw geboren worden´. Deze rechtszitting bepaalt niet of ik smetteloos geleefd heb, want dat heeft niemand. Zij stelt vast of ik God heb toegestaan van mij een mens naar zijn beeld te maken, geschikt voor eindeloos harmonieus leven.

Dit tribunaal is nu gaande. Gabriël noemde deze periode ‘de tijd van het einde’. De Bijbel kent geen profetieën met tijdsaanduidingen die hierna nog uitkomen. De komst van de Mensenzoon met zijn engelen is de eerstvolgende grote gebeurtenis. Dan komt hij de uitslag van de rechtszitting ten uitvoer brengen:

Velen van hen die slapen in de aarde, in het stof, zullen ontwaken, sommigen om eeuwig te leven, anderen om voor eeuwig te worden veracht en verafschuwd. De verlichten zullen stralen als het fonkelende hemelgewelf, en degenen die velen tot gerechtigheid hebben gebracht als de sterren, voor eeuwig en altijd.2

De terugkeer van Jezus is nog toekomst. Bij gebrek aan tijdmachines is die dus ook nog niet verifieerbaar. Maar ik mag er wel vol vertrouwen naar uitzien. Omdat tot nu toe al Gods aanzeggingen zijn uitgekomen, mag ik ervan uitgaan dat Jezus zal terugkomen en de doden zal opwekken. Daarnaar uitkijkend hoef ik mij geen zorgen te maken over mijn bestemming. Ik heb God gemachtigd zijn make-over in mij uit te voeren. Heb jij dat al gedaan?

1. Daniël 7:10,22,26; 8:14
2. Daniël 12:2,3