Categorie archieven: Deel 12. Afgewezen liefde

150. Het ‘Onze Vader’

Het ‘Onze Vader’ is een prachtig voorbeeldgebed

Waarom zou ik bidden om God te informeren over zaken die hij al weet? Of is gebed bedoeld om God over te halen iets te doen? Hoe netter en hoe vaker gevraagd, hoe meer kans op succes?
Jezus corrigeerde in zijn Bergrede een aantal misvattingen over gebed. Een overvloed van woorden en herhalingen is overbodig. ‘Jullie Vader weet immers wat jullie nodig hebben, nog vóór jullie het hem vragen.’1 Daarom past dit voorbeeldgebed (het Onze Vader) bij de God die liefde is:

Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel. Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was. En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad.

Gebed begint met de erkenning van God als de liefdevolle Vader van ‘ons’, alle mensen, en niet alleen van ‘mij’. Daar past geen egoïstisch gebed bij. Voor het heiligen van zijn ‘naam’ hoef je niet op zoek te gaan naar hoe hij heet. In het Midden-Oosten is de uitdrukking ‘naam’ een respectvolle manier om op de persoon zelf te wijzen. Vaak verwijst die naam ook naar zijn karakter.

Dan sluiten we ons aan bij Gods hartenwens, dat zijn koninkrijk zal komen. We kijken daarbij niet alleen naar de toekomst, wanneer Satans regime weggevaagd zal worden. En ook niet alleen naar de hemel, waar uiteraard Gods wil gebeurt. We wensen dat zijn wil ook op aarde gebeurt. Hij mag in onze levens zijn wil doen. Hij mag ons gebruiken om zijn koninkrijk op aarde gestalte te geven.
Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. Opnieuw gebruikt Jezus hier de wij-vorm. We vragen niet om macht, rijkdom of promotie, maar per dag om de eerste levensbehoeften voor alle mensen. God verhoort dit gebed dagelijks door wereldwijd ruim voldoende voedsel te laten groeien. Delen wij wel eerlijk?

Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was. Dit deel van het gebed is tricky. Als je tegen iemand een wrok koestert, vraag je God hiermee jou niet te vergeven. Het gaat hier om de kern van Gods wezen en koninkrijk: verbondenheid. Als we anderen verwijten blijven maken, blokkeren we de gemeenschapszin waar we voor geschapen zijn. Jezus wrijfteef het er nog eens in: ‘Want als jullie anderen hun misstappen vergeven, zal jullie hemelse Vader ook jullie vergeven. Maar als je anderen niet vergeeft, zal jullie Vader jullie je misstappen evenmin vergeven.’
Met ‘vergeven’ bedoelt de Bijbel niet ‘goedpraten’, want dan zou er geen noodzaak voor vergeving meer zijn. Het is ook geen gevoel, want dat kun je niet afdwingen, net zomin als vergeten. Vergeven betekent letterlijk ´loslaten´. De bewuste keus om iets wat jou is aangedaan niet langer tussen jou en de dader in te houden. Je rekent het hem niet meer aan, waardoor een relatie weer mogelijk wordt.

Tenslotte vragen we God om ons te behoeden voor situaties waarin het kwaad ons te sterk zou kunnen worden. We verklaren hiermee onze toewijding aan hem en het goede waar hij voor staat.
Jezus leerde ons door dit voorbeeldgebed dat we bidden niet moeten zien als het opzeggen van onze verlanglijstjes, of als soebatten om onze zin gedaan te krijgen. Een gebed tot God gaat ervan uit dat hij ons door en door kent en dat hij het beste met ons voorheeft. Door te bidden verbinden we ons iedere keer weer aan hem en verlenen we hem de ruimte om in onze levens zijn wil te doen.

1. Dit hoofdstuk is gebaseerd op Matteüs 6:1-18 (zie ook Lucas 11:1-13). De citaten komen uit de verzen 8-15.