Ook Jefta en Simson maakten er een potje van. Zelfs het zwakke geslacht bleek sterker.
De volgende bekende rechter is Jefta. Als zoon van een hoer werd hij eerst verstoten. Daarna kwamen zijn volksgenoten hem alsnog met hangende pootjes vragen of hij het leger van Gilead wilde aanvoeren. Gilead lag aan de overkant van de Jordaan en de Ammonieten eisten dit gebied voor zichzelf op. Jefta had opgelet bij de geschiedenisles en weerlegde de Ammonietische aanspraken grondig, maar tevergeefs. Tot hij werd ‘gegrepen door de geest van de Heer’, een leger verzamelde en de Ammonieten een grote nederlaag toebracht.
Jefta dankt zijn faam niet zozeer aan zijn militaire verdiensten. Hij is vooral bekend geworden door een ondoordachte eed. Hij had God beloofd dat als deze hem zou laten winnen, ‘het eerste dat me bij mijn behouden thuiskomst tegemoet komt voor u [zal] zijn; dat zal ik als brandoffer aan u opdragen’. Bij terugkeer werd hij met reidansen en trommelspel verwelkomd. Onwetend van zijn belofte danste zijn dochter, enigst kind, voorop. Ze komt als een sterke vrouw uit het verhaal naar voren: ‘U hebt de HEER een gelofte gedaan, vader. Nu hij u gewroken heeft op uw vijanden, de Ammonieten, moet u met mij doen zoals u hebt beloofd.’1
Jefta was de enige rechter die streed tegen een andere Israëlische stam, de Efraïmieten. Die hadden niet mee mogen vechten tegen de Ammonieten, en staken op hoge poten de Jordaan over om verhaal te halen. Het lukte Jefta niet dit conflict in der minne te schikken en zijn troepen hakten Efraïms leger in de pan.
De laatste roemrijke rechter in het boek Rechters is Simson.2 Een engel kondigde aan zijn tot dat moment onvruchtbare moeder zijn geboorte aan. Hij zou een ‘nazireeër’ worden. Dat is iemand die aan God gewijd is en daarom zijn haar niet mag knippen.3 Toen de engel voor een tweede keer aan haar verscheen, haalde zij haar man erbij, die na afloop doodsbang was. ‘We hebben God gezien. Dat wordt onze dood!’ Zijn vrouw reageerde nuchter. Als God hen had willen doden, had hij hun niet zulke mooie beloften gedaan. Simson droeg zijn haar later in zeven vlechten. God gaf hem een fabuleuze lichaamskracht, waarmee hij de Filistijnen zware slagen toebracht.
Net als Jefta werkte Simson zichzelf in de nesten door niet één, maar twee keer ondoordachte dingen te zeggen. Dat hij deed niet tegen God, maar tegen twee Filistijnse vrouwen: de vrouw met wie hij aanvankelijk wilde trouwen en vervolgens tegen Delila, met wie hij samenwoonde. De dames wisten met oneindig gezanik en gezeur de geheimen van deze onneembare Tarzan te ontfutselen. Bij Delila was dat funest. Ze achterhaalde dat zijn mysterieuze kracht in zijn lange haar zat en schoor hem in zijn slaap kaal. De Filistijnen konden de weerloze Simson vervolgens gemakkelijk overmeesteren en staken zijn ogen uit. Bij wijze van straf moest hij voortaan als een ezel rondjes lopen in een graanmolen in Gaza.
De Filistijnen organiseerden een groot dankfeest in de tempel van hun god Dagon, omdat hij Simson aan hen had uitgeleverd. Ze haalden de blinde Simson erbij. ‘Dan kunnen we lachen.’4 Dat lachen verging de massa echter spoedig. Simson bad nog één keer om kracht en liet de tempel instorten door de centrale zuilen om te duwen. Met deze daad, waarmee hij ook zichzelf ombracht, doodde Simson meer Filistijnen dan daarvoor in zijn hele leven.
Het boek Rechters is niet bepaald opbeurend. Israël liet God voortdurend los en geen van de leiders voldeed echt. Alle vrouwen – Debora, Jaël, de maalsteengooister, Jefta’s dochter, Simsons moeder, zijn bruid en Delila – kwamen er sterker uit tevoorschijn dan Israëls mannelijke helden. Kon het nog treuriger worden? Ja, helaas wel.
1. Rechters 11:31, 36
2. Rechters 13-16
3. Numeri 6:1-21
4. Rechters 16:25