212. Beestenboel

Er zal opnieuw een op de middeleeuwen lijkend totalitair stelsel komen

Satan heeft het gemunt op hen ‘die zich aan Gods geboden houden en bij het getuigenis van Jezus blijven’.1 Letterlijk staat er dat zij het getuigenis van Jezus ‘hebben’. Tegenover alle satanische leugens belooft God dat de stem van Jezus zal blijven klinken. Hoe komt dat getuigenis tot ons?

Twee keer in het boek Openbaring wil Johannes Gods engel aanbidden. De engel accepteert dat niet, want hij is een dienaar zoals Johannes en zijn broeders en zusters, ‘die het getuigenis van Jezus hebben’. De engel voegt eraan toe dat het getuigenis van Jezus ‘de geest der profetie’ is. Wat dat betekent, blijkt bij zijn reactie op Johannes’ tweede knieval. De profeten en wie het boek Openbaring ter harte nemen, zijn degenen die het getuigenis van Jezus hebben.2 Naast wat hij al door bijbelse profeten heeft onthuld, zoals Johannes met zijn boek Openbaring, blijft God tot zijn getrouwen spreken door mensen met de profetische gave, om hen bij te staan in alle omstandigheden. In de bijbelse tijd waren er ook al veel profeten en profetessen, die geen bijbelschrijvers zijn geworden. Ze hielpen de gelovigen door specifieke situaties heen.

Deze bemoediging komt goed van pas, want Johannes ziet hoe Satan zijn onderdrukking gestalte geeft door middel van machten, die worden uitgebeeld als beesten. Het eerste beest komt overeen met de horenmacht uit Daniël 7 en 8. Toen we die bestudeerden, herkenden we daarin het ontaarde middeleeuwse christendom.3 Johannes ziet dat dit na een lange periode dodelijk gewond raakt, maar een tweede beest helpt het weer te genezen.

Dat tweede beest heeft de horens van een lam, maar het spreekt als een draak – een wolf in schaapskleren. Het misleidt met wonderen, tot zelfs vuur uit de hemel. Het dwingt alle mensen om het eerste beest te aanbidden, ‘iedereen van wie de naam niet vanaf het begin van de wereld in het boek van het leven staat, het boek van het lam dat geslacht is’. Het maakt gebruik van een ‘beeld’ van dat eerste beest en een ‘merkteken’ ervan. Uiteindelijk komt het zover dat alleen wie dat teken draagt, mag ‘kopen of verkopen’.

Dit benauwende hoofdstuk schildert de ontwikkeling van een geperfectioneerd totalitair stelsel, een herhaling van de tijd waarin de inquisitie en heksenjachten hoogtij vierden. Dat was mogelijk door het bundelen van politieke en geestelijke macht. Zo’n bestel zal er weer komen, als een kopie van die middeleeuwse situatie. Het zal worden gepropageerd vanuit een brave hoek, waarschijnlijk heel christelijk. Want hoewel deze regisserende macht als een draak spreekt, oogt hij onschuldig als een lam. Aan de opgelegde dwang herken je het ongoddelijke ervan. Dwang en liefde gaan niet samen.

Dit schijnheilige systeem plaatst ‘het merkteken van het beest’ op iemands voorhoofd (hij stemt er mee in) of op zijn rechterhand (meelopen kan ook). Dat merkteken bevat de naam of het getal van het beest. In de Bijbel beschrijft iemands naam zijn karakter. Degenen die gemerkt zijn, worden als degene die zij aanbidden. Dat blijkt uit het getal van zijn naam. Dat is 666, een combinatie van het getal van de mens, zes, en dat van God, drie. Iets menselijks stelt zich op alsof het goddelijk is. Was dat niet de oorzaak van Satans eigen val van de prachtigste engel naar de aartsleugenaar en tegenstrever van God? Hij besmet wie hij maar kan met zijn eigen ik-terreur.

Dit is nog toekomst. Precieze details kennen we nog niet. Maar wat een draconisch vooruitzicht, dat de hele aarde een beestachtig merkteken zal dragen. Dat wie dat merkteken niet heeft, niet meer mag ‘kopen of verkopen’. Zullen er nog wel personen zijn die weigeren daaraan mee te doen?

1. Dit hoofdstuk beslaat Openbaring 13. De citaten komen uit Openbaring 12:17; 13:8, 14, 16 en 17.
2. Openbaring 19:10; 22:9; 1:2, NBG i.v.m. de letterlijke vertaling
3. Zie de hoofdstukken 116 en 117