207. Echt of vreemd?

De God van de Bijbel is louter liefde, maar vreemde ideeën hebben zijn goede naam bezoedeld

Heb je het ook meegemaakt dat je dacht achter een kennis te lopen, maar toen hij omkeek bleek het een vreemde te zijn? Laten we eens kijken of onze ideeën over God en het leven overeenstemmen met die van de bijbelschrijvers en de gemeente van Johannes, of dat ze ‘vreemden’ blijken te zijn.

Vrijwel alle religies gaan ervan uit dat mensen onsterfelijke zielen hebben. Lees je de Bijbel vanuit die gedachte, dan moest God, toen Adam en Eva met hem braken, een oplossing voor hun zielen zoeken. Hun lichamen zouden sterven en hun zielen moesten dan ergens anders huizen. Dit gegeven dwong God tot het regelen van bestemmingen voor de onuitroeibare zielen van de mensen. Net als bij kernafval is de vraag: Waar laat je het? Voor de slechte zielen schiep hij de oneindig folterende hel. De goede zielen mochten naar de hemel. Jezus’ lijden en sterven moest compenseren dat zij de eeuwige pijn ontliepen. God bepaalde bij iemands dood of zijn ziel naar de hemel of naar de hel ging.

Als deze denklijn klopt en God liefde is, dan gaan liefde en mateloze marteling samen. En misleiding, want de beloften over ‘leven door Jezus’ blijken sigaren uit eigen doos te zijn. Je ziel was toch al onsterfelijk? De leer van de onsterfelijke ziel kan ook de reden om voor God te kiezen vertroebelen: misschien wel niet omdat je voor hem en de liefde kiest, maar omdat je onder de marteling van de hel uit wilt. Gebruikt God de hel als chantagemiddel? Miljoenen mensen zijn op dit idee op afgeknapt. Zo’n God van ‘liefde’ hoefden zij niet. En wat heeft deze denklijn gedaan met hen die zich desondanks aan God hebben gebonden? Hoe heeft dit hun begrip van de liefde beïnvloed?

Gelukkig leert de Bijbel iets anders. Uitsluitend God is onsterfelijk. Verder niemand. Hij gaf het leven aan alle andere wezens – zijn schepselen. ‘Want in hem leven wij, bewegen wij en zijn wij.’1 In het bijbelse denken hebben mensen geen onsterfelijke zielen, maar zijn ze zielen. Toen Adam en Eva met God braken, had hij het menselijke ras gewoon kunnen laten uitsterven. Een mislukt experiment. Niemand zou hem iets verwijten. Op geen enkele manier dwongen de omstandigheden hem ergens toe.

Nu blijkt Gods liefde. Zonder dat de situatie hem ook maar enigszins verplichtte, bood hij de uitgerangeerde mens een nieuwe kans. Hij hield van de mens en wilde hem niet missen. Het onterechte hiervan heeft Jezus geïncasseerd, zodat niemand bezwaar kan maken. Redding is geen ambtelijk godsbesluit over je eeuwige bestemming, maar een godsgeschenk. Jezus wekt je bij zijn komst op uit je doodsslaap en geeft je weer onbeperkt leven voor oneindige relaties met hem en anderen. Daarom zagen Jezus’ leerlingen in de bijbelse tijd zo intens uit naar zijn terugkeer – dan werd de hun toegezegde redding werkelijkheid. Wie er dan zullen opstaan, is trouwens geen privébesluit van God. Hij legt die kwestie transparant voor aan het voorafgaande oordeel in de hemel.

Het bijbelse godsbeeld koppelt trouw, zelfopoffering en transparantie aan de liefde, evenals respect voor andermans keuze. De leerlingen doopten uitsluitende degenen die zelf kozen om leerlingen te worden, dus geen baby’s. Hun wekelijkse sabbat herinnerde hen eraan dat de schepper vanaf het begin relaties boven prestaties heeft gesteld – liefde eerst. Zij baseerden hun besef van God op de woorden van Jezus en de apostelen (nu het Nieuwe Testament) en op de Schrift (het Oude Testament). Met hun godsbeeld bewerkte het principe dat je wordt als degene die je aanbidt, een unieke groepsband.

Waar zijn de ideeën vandaan gekomen, die Gods karakter zo hebben neergehaald? Het laatste bijbelboek, de Openbaring, geeft antwoord. Er is namelijk iemand die al heel lang leugens over God verspreidt.

1. Handelingen 17:28