Antipas ervoer dat fascinatie voor geloofszaken geen geluk brengt als je er niet naar handelt
Herodes Antipas was koning van Galilea en Perea. Perea lag ten zuidoosten van Galilea, aan de overkant van de Jordaan. Daardoor kreeg deze Herodes te maken met zowel Jezus als Johannes de Doper. Die preekten en doopten in de Jordaan, op de grens tussen Judea en Perea.
Johannes de Doper klaagde de halfslachtige levenshouding aan van degenen die meenden tot Gods volk te behoren. Herodes Antipas ging af en toe naar hem luisteren. Herodes’ voorgeslacht werd ooit gedwongen Joods te worden. Aan de ene kant fascineerde de Joodse godsdienst hem, maar hij leefde er niet naar. Hij verstootte zijn eerste vrouw en huwde Herodias, de vrouw van zijn halfbroer Herodes Filippus. Zij was niet alleen zijn schoonzus, maar als dochter van een andere halfbroer, Aristobulus, was zij ook nog zijn nicht. Dit huwelijk riekte dus aan alle kanten naar ontrouw en incest. Johannes nam geen blad voor de mond: ‘U mag niet trouwen met de vrouw van uw broer.’1
Maar Herodias, genoemd naar haar opa en despoot Herodes de Grote, deed haar naam eer aan. Zij liet zich niets opleggen. Ze zorgde dat Johannes door haar kersverse man ‘aan handen en voeten geketend’ werd opgesloten. Eigenlijk wilde zij Johannes uit de weg laten ruimen, maar Herodes Antipas stond dit niet toe. Hij wist dat Johannes een rechtvaardig en heilig man was en nam hem – nota bene in zijn eigen kerkers – in bescherming tegen zijn eigen vrouw. Regelmatig liet hij Johannes bij zich brengen om naar hem te luisteren, ondanks het feit dat dit hem telkens in grote onzekerheid bracht.
Dit betekende een dubbele kerkertragiek. Aan de ene kant was er de tragiek van Johannes de Doper, die zijn werk geblokkeerd zag. Als Jezus de bevrijder van de wereld was, waarom kwam hij dan niet als eerste Johannes bevrijden? Hoe kon Johannes zijn gevangenschap rijmen met zijn opdracht van God? Het blijkt dus dat het deel uitmaken van Gods plan niet garandeert dat alles van een leien dakje gaat.
Aan de andere kant bracht de kerker de tragiek van Herodes Antipas naar voren. Die vertoonde haast sadomasochistische neigingen. Hij beschermde Johannes de Doper en wilde naar hem luisteren, terwijl hem dat helemaal niet gelukkig maakte. Waarom doodde hij Johannes niet om van het gezeur van zijn liefje Herodias af te zijn?
In feite zat Herodes veel meer gevangen dan Johannes. Hij was bang voor het volk, dat er stellig van overtuigd was dat Johannes een profeet was. Als hij Johannes zou doden, zou Herodes goodwill verliezen bij zijn onderdanen. Daarnaast was hij ook bang voor Johannes zelf, want ook Herodes wist dat Johannes namens God sprak. Hem doden betekende ingaan tegen iets waarvan Herodes wist dat het ten diepste goed was. Maar gevolg geven aan Johannes’ woorden wilde hij ook weer niet, want dat zou hem teveel gezichtsverlies kosten.
Zo zat Herodes klem tussen verschillende vuren. Hij kwam niet verder dan besluiteloosheid. De geschiedenis leert dat dit een slechte tactiek is. Als jij zelf geen keuzes maakt, doen anderen dat wel voor je. In de regel maken ze niet de keus die jij had willen maken.
Zorg dat je niet komt te hangen tussen licht en duisternis, tussen het rijk van God en het als fluweel aanvoelende schrikbewind van Satan. Je kunt onmogelijk tegelijkertijd van deze beide walletjes eten. Daar word je heel ongelukkig van. Kies alsjeblieft voor God.
1. Dit hoofdstuk is gebaseerd op Matteüs 4:3-12, 14:3-5; Marcus 6:17-29 en Lucas 3:19-20. Dit citaat is uit Marcus 6:18.