Bij Jezus horen twee unieke extremen: zijn verheven goddelijke oorsprong en zijn diepst mogelijke vernedering
In de Verenigde Staten is het the American dream om je door stevige inzet uit een achterstandssituatie op te werken tot een hoge maatschappelijke positie. Omgekeerd, van hoog naar laag, is eerder een nachtmerrie.
Ongegeneerd presenteren de evangeliën Jezus als een goddelijke persoon met een omgekeerde carrière. In zijn openingszinnen valt Johannes gelijk met Jezus’ goddelijke oorsprong in huis:
In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. … Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader.1
Zo, die zit. ‘Het Woord’, Jezus, de hoofdpersoon van het evangelie van Johannes, was er al voordat er iets bestond. Al het geschapene ontstond door hem. We hebben het dus niet over een of andere ondergeschikte, maar over de Woordvoerder van de schepping. Hij leverde zijn verheven positie in en werd mens.
Jezus begon dus niet pas te bestaan bij zijn geboorte, of ongeveer negen maanden daarvoor. Als enige persoon ooit had hij toen al een hele voorgeschiedenis achter zich. En wat voor een. Door de profeet Micha had God zeven eeuwen eerder al aangekondigd:
En gij, Betlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid.2
Ik geef het eerlijk toe: dit gaat me boven mijn pet. Er wordt iemand geboren die al eeuwig geleefd heeft, zonder begin, aan God gelijk. God. Je kunt hem met niks en niemand vergelijken. Wie ruilt er nou zijn hemelse aanzien en wezen als schepper in voor de status en het gestel van een aards schepsel, te beginnen als embryo, om het in die staat op te nemen tegen de vorst van de duisternis? Uit de vele aankondigingen over Jezus hebben we daarnaast begrepen dat hij geboren zou worden om in die strijd met het kwaad op de meest afschuwelijke manier aan zijn eind te komen. Is dat geen waanzin? Later beschrijft Paulus de ‘omgekeerde promotie’ van Jezus zo:
Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis.3
Zo vinden we in Jezus twee extremen: zijn boven alles verheven oorsprong, die in zeven stappen werd omgebogen tot zijn diepst mogelijke vernedering: Deze zeven stappen waren (1) De gestalte van God hebben, (2) zijn gelijkheid aan God niet vasthouden, (3) er afstand van doen, (4) de gestalte van een slaaf aannemen, (5) gelijk worden aan de mens, (6) zich als mens vernederen, (7) gehoorzamen tot de dood, de kruisdood.
Waanzin? Nee, dit is liefde met lef. Laten we in de komende bladzijden inzoomen op deze meest unieke persoon die het universum ooit gekend heeft, om te ontdekken wat zijn ondoenlijk leven ons brengt.
1. Johannes 1:1-3, 14
2. Micha 5:1, NBG vertaling. Zie ook hoofdstuk 109.
3. Filippenzen 2:6-8