126. Verslag in 4D

Het belangrijkste leven dat ooit op aarde geleefd werd, is in viervoud gedocumenteerd

De eerste televisieverslagen van sportwedstrijden werden opgenomen met één camera. Tegenwoordig staat, hangt, vliegt en zwaait er bij wedstrijden overal opnameapparatuur. Je kijkt en luistert met coureurs mee via minicams op hun racewagens of fietshelmen. Sportevenementen hebben voor het lot van de aarde en de mensheid nauwelijks gevolgen. Toch willen we ze minutieus in beeld krijgen.

Hoeveel temeer mag je dan een uitgebreide verslaggeving verwachten van het allesbeslissende treffen tussen licht en duisternis, dat de toekomst van het hele universum zou bepalen? Na 400 jaar profetenpauze stond deze confrontatie te beginnen. De Mensenzoon, de beloofde messias, betrad het strijdtoneel op onze planeet, de enige waarvan we weten dat de duisternis er vat op heeft gekregen.

Over geen ander leven uit de oudheid is zo uitvoerig gerapporteerd als dat van de messias. Dat is logisch. Niemand anders heeft zo’n doorslaggevende betekenis gehad op het verloop van de geschiedenis. Het gros van de mensheid baseert nog steeds zijn tijdrekening op zijn geboorte.

Deze reportage werd niet uitgebracht op blu-ray, maar in vier ‘evangeliën’, wat ‘goede berichten’ betekent. Die woordbetekenis geeft al een hint over de uitslag. De verslaggevers gebruikten ieder hun eigen stijl, woorden en invalshoeken.

De eerste reporter van het Nieuwe Testament heet Matteüs. Zijn verslag begint met het voorgeslacht en de geboorte van Jezus. Hij laat zijn camera vooral lopen bij de lessenaars waarachter Jezus sprak. In 28 hoofdstukken verwoordt Matteüs met name wat Jezus onderwees.

Het lijkt wel of de tweede evangelist, Marcus, een bewegingssensor op zijn camera heeft. Hij start hem pas op het moment dat Jezus zich rond zijn dertigste liet dopen en aan de slag ging. Marcus concentreert zich voornamelijk op Jezus’ daden. Met zestien hoofdstukken schreef hij dan ook het kortste evangelie.

Lucas, de derde verslaggever, heeft Jezus nooit persoonlijk ontmoet. Hij was een Griekse geneesheer, die pas later een volgeling van Jezus werd. Zijn evangelie is een staaltje onderzoeksjournalistiek. In de inleiding op zijn documentaire van 24 hoofdstukken zegt hij dat het hem goed leek ‘alles van de aanvang af nauwkeurig na te gaan en deze gebeurtenissen in ordelijke vorm voor u, hooggeachte Theofilus, op schrift te stellen’.1 Door dat graafwerk bevat het verslag van Lucas de meeste details over Jezus’ geboorte en jeugd.

Johannes, de laatste evangelieschrijver, start zijn verhaal bij het oerbegin. Hij beschrijft minder gebeurtenissen en ook andere dan zijn collega’s, maar geeft die in 21 hoofdstukken wel veel uitvoeriger weer. Met verborgen camera’s verslaat hij privégesprekken van Jezus. Je vindt bij hem amper monologen. Hij maakt juist heen en weer flitsende shots van soms heftige discussies. Johannes is de enige die er vanaf Jezus’ doop al bij is en beschrijft als enige het eerste jaar na zijn doop.

Met die diverse cameraopstellingen kom je natuurlijk tot verschillende beelden. Wat het ene evangelie niet ziet, daar zoomt het andere juist op in. De onderlinge verschillen onderstrepen hun echtheid. Samen vormen zij geen mono-, stereo- of 3D-weergave. Dit is 4D.

Alle vier baseerden de evangelisten hun producties op hun overtuiging dat Jezus de vervulling was van de beloften in de Hebreeuwse geschriften, het Oude Testament. We gaan kijken of die overtuiging klopt. We maken daarbij gebruik van het volle 4D-beeld dat zij samen bieden, grotendeels in de volgorde die Marcus aanhoudt.

1. Lucas 1:3. Lucas heeft zijn evangelie aan Theofilus opgedragen.