Micha voorzegde dat een heerser met een oude oorsprong in Betlehem ter wereld zou komen
We hebben thuis een stereo-installatie, waarvan één geluidsbox wel eens uitvalt. Als hij dan weer aanspringt, klinkt de muziek ineens veel voller in stereo. Jesaja was niet de enige die boodschappen van God bracht. Zijn collega en tijdgenoot Micha vulde zijn boodschap aan tot een welluidend geheel.
Ook Micha schilderde een toekomst die boven de harde werkelijkheid van deze wereld uitstijgt. Daarin regeert God en zijn principes leiden tot een aangename samenleving:
Eens zal de dag komen dat de berg met de tempel van de HEER rotsvast zal staan, verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen. Volken zullen daar samenstromen, machtige naties zullen zeggen: ‘Laten we optrekken naar de berg van de HEER, naar de tempel van Jakobs God. Hij zal ons onderrichten, ons de weg wijzen, en wij zullen zijn paden bewandelen.’ Vanaf de Sion klinkt zijn onderricht, vanuit Jeruzalem spreekt de HEER. Hij zal rechtspreken tussen machtige volken, over grote en verre naties een oordeel vellen. Dan zullen zij hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander volk, geen mens zal meer weten wat oorlog is.1
Hij verwees ook naar degene die dan de scepter zal zwaaien en vrede zal brengen:
Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren, uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen. Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer.
… Hij zal aantreden en hen als een herder weiden, bekleed met de macht van de HEER, zijn God, met de majesteit van diens verheven naam. Zij zullen veilig wonen, want hij zal heersen tot aan de einden der aarde, en hij brengt vrede.2
Toen rond het begin van onze jaartelling koning Herodes aan bijbelgeleerden vroeg waar de messias geboren zou worden, verwezen zij hem naar deze tekst van Micha. Jezus werd inderdaad in Betlehem geboren. En zijn unieke wezen werd benadrukt door zijn oorsprong, die niet negen maanden daarvoor, maar ‘in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer’ lag. Hij was degene die uiteindelijk met de macht en de majesteit van God zou komen en ware vrede zou brengen.
Maar net als Jesaja mijmerde Micha niet alleen over de toekomst. Wie aan die toekomst deel heeft, houdt haar niet op een afstand, maar omhelst haar levenswaarden nu al. ‘Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.’3
Tenslotte verbaasde Micha zich over Gods houding: ‘Wie is een God als u, die schuld vergeeft en aan zonde voorbijgaat? U blijft niet woedend op wie er van uw volk nog over zijn; liever toont u hun uw trouw.’4 Ja, kan God zomaar aan kwaad voorbijgaan? Jesaja biedt antwoord uit de andere luidspreker.
1. Micha 4:1-3
2. Micha 5:1, 3, 4
3. Micha 6:8
4. Micha 7:18