Voorwoord

Op 3 november 2008 fietste ik met een vaartje door de Soester Duinen naar kantoor, toen Djuna, een vrij stevige hond, dwars door mijn voorwiel wilde rennen. Ik vloog lelijk over de kop en de rest van de dag zat ik in het ziekenhuis om mijn gezicht te laten oplappen.
Door de pijnstillers vol cafeïne lukte het me ’s avonds niet de slaap te vatten. Tijdens het denken, danken, verwonderen en bidden van die nacht viel het besluit om Ongelooflijk! te schrijven.

Al jaren had ik het gevoel dat het hoog tijd was voor een nieuw boek over God. De titel stond al vast: Ongelooflijk!. God is ongelooflijk veel beter dan mensen vaak lijken te beseffen. Je kunt echt niets verzinnen om hem te verbeteren of liefdevoller te maken. De vorm wist ik ook: Geen boekwerk met zware theologische verhandelingen, maar een toegankelijke bundel met columnachtige hoofdstukken van ieder maximaal zeshonderd woorden, met knipogen naar het leven van alledag.

Ongelooflijk! is het verhaal van Gods woorden en daden geworden, met de bedoeling dat je zijn persoonlijkheid daaruit kunt opmaken. Je kunt het in één ruk lezen, of gebruiken als dagboek.

Met deze laatste zinnen laat ik al zien dat ik jou, de lezer, tutoyeer. Dat komt niet door een gebrek aan respect, maar uit de behoefte aan vertrouwelijkheid, die in Ongelooflijk! uitgebreid aan bod komt. Daarom schrijf ik open over mijn gevoelens en ervaringen en stel jouw reacties en vragen op prijs. E-mail ze naar rudy@ongelooflijk.info.

Er zijn een aantal personen die ervoor gezorgd hebben dat dit boek tot stand kon komen. Mijn vader en emeritus collega, Ton Dingjan, heeft mij de eerste aanzet gegeven om eens na te denken over de vraag of God niet alleen liefdevol, maar ook aardig is.
Collega Reinder Bruinsma heeft me met zijn rijke schrijvers-ervaring aangemoedigd toen ik met mijn plannen bij hem kwam. Met Miranda Broekhuis heeft hij mijn ruwe manuscripten doorgewerkt, gecorrigeerd en van waardevolle aanbevelingen voorzien. Ik kan Tirza de Fockert niet overslaan, die in de laatste fase als professional ervoor heeft gezorgd dat Ongelooflijk! een lezenswaardig bóek werd, en Hans Booij, die de vormgeving en het drukgedeelte verzorgd heeft.

Ik ben ook dank verschuldigd aan de collega’s van de landelijke kantoren van het Kerkgenootschap der Zevende-dags Adventisten in België en Nederland. Ik bleek veel langzamer op te schieten dan zij en ik verwacht hadden. Toch bleven zij mij stimuleren en hebben van mij geaccepteerd dat ik niet altijd mijn volle aandacht aan reguliere werkzaamheden heb kunnen geven. Ria, mijn vrouw, klankbord en openhartigste criticus, heeft de meeste last ervaren van een man die ook tijdens vakanties met zijn gedachten ver weg zat, voortdurend zijn notebook binnen handbereik hield en heel veel huisklussen op de lange baan heeft geschoven. Jullie allemaal, heel erg bedankt!

Ten diepste gaat mijn dank uit naar de hoofdpersoon van Ongelooflijk!. Hij heeft me verbluft doen staan. Soms kon ik amper woorden vinden die recht konden doen aan zijn aard. Ik hoop dat hij jou op dezelfde wijze verrast.

Soest, september 2013
Rudy Dingjan