208. Kruisje nulletje

De plattegrond van het boek Openbaring helpt zijn wirwar enigszins te ontrafelen

Ik heb een kaarten-tic. De deurvakken van onze auto zitten er vol mee. Ik wil weten hoe de ene plaats of straat ligt ten opzichte van de andere. Ik wil niet, zoals mijn collega is overkomen, door een aardige damesstem naar een sprookjesbos geloodst worden, terwijl ik in een congres moet zitten.

Op het eerste gezicht lijkt het boek Openbaring helemaal niet op een openbaring. Het lijkt meer weg te hebben van een doolhof. Nog meer dan in het boek Daniël wordt in Openbaring gebruik gemaakt van symbolische taal. Openbaring snijdt dezelfde soort thema’s aan en herhaalt die vanuit verschillende hoeken. Maar de hoeveelheid ervan verwart je als hartje Shanghai. Hoe handig is het dan als je een duidelijke plattegrond of een stratenplan hebt.

Het boek Openbaring heeft een structuur, die je kunt zien als een plattegrond. Hij lijkt op het spel ‘boter, kaas en eieren’, waarbij je drie kruisjes of nulletjes op een rij probeert te krijgen, rechtop, dwars of diagonaal. Verderop staat hij getekend.

Boven- en onderaan stulpen de inleiding en het slot uit. Daartussen zit de hoofdmoot, die negen vakken beslaat, ingedeeld in drie rijen overdwars (1, 2, 3) en drie kolommen rechtop (A, B, C). De leesrichting is per rij. Je gaat dus van 1A naar 1B en 1C. Dan komt rij 2.

De twee bovenste rijen bevatten vier reeksen van zeven: zeven gemeenten (1A), zegels (1C), bazuinen (2A) en plagen (2C). Deze reeksen flankeren de middelste kolom B. In de onderste rij (3) wordt het middelste vak (3B) geflankeerd door twee steden/vrouwen – de hoer Babylon (3A) en de bruid Jeruzalem (3C). In de tijd van Johannes zette je bij het schrijven van een tekst je hoofdpunten tussen op elkaar lijkende delen, vandaar de herhalingen in de flanken. Ze accentueren de kernboodschappen in de middelste kolom. Elk vak in die middelste kolom (B) start met iets dat in de hemel opengaat (een deur, de tempel of de hemel zelf). Het meest centrale vak (2B) sluit daar ook mee af. Dit vak is de spil van het boek. Alles er voorafgaand behandelt zaken door de geschiedenis heen, alles erna betreft de laatste dingen. Ook diagonaal flankeren corresponderende thema’s dit middelste vak (1A met 3C en 1C met 3A).

Laat je door dit alles niet overdonderen. Kijk er rustig naar. Merk je nog meer dingen op?

structuur Openbaring